Ik besteed nog een half uur in de kamer waarin ik de soep opeet, me omkleed en mijn haren borstel. Ik draag een T-shirt, een spijkerbroek en een warm vest. Dat was waarschijnlijk ook wat ik aanhad toen ik hier gebracht werd na het ongeluk. De kleding is nog volledig intact en is schoon en gewassen. De zakken heb ik ook gecontroleerd, maar ze zijn allemaal leeg. Ik had ook best willen douchen, maar aangezien ik geen idee heb waar de douche is, besluit ik om eerst in de stad te gaan kijken.
Als ik de kamer uitloop zie ik dat de kamer aansluit op soort overloop. Tegenover de kamer zit nog een andere deur en ik zie een trap naar beneden. De houten vloer kraakt terwijl ik naar de trap loop. Ik loop rustig de trap af. Ondanks dat ik me veel beter voel dan toen ik wakker werd, heb ik nog steeds last van een lichte hoofdpijn. De trap komt langs twee verdiepingen met kamers voordat ik de hal bereik. Ook deze ruimte straalde uit dat de herberg al een oud gebouw was. Ik loop meteen naar Merina die bij een houten balie staat waarboven een scheef bordje hangt met `receptie` erop.
‘Ik denk dat ik maar ga. Bedankt voor de gastvrijheid’, zeg ik tegen haar. Ik weet niet zo goed wat ik tegen haar moet zeggen.
‘Hier.’ Ze geeft me een sleutel met een blauwe sleutelhanger. ‘Die had jij bij je toen je hier kwam. Volgens mij is het je huisdeursleutel.’
‘Die heb ik misschien wel nodig’, zeg ik en ik glimlach. Merina is aardig, zelfs terwijl ik haar alleen maar heb bestookt met allerlei vragen.
‘Je woont trouwens op nummer 15. Dat is misschien ook handig om te weten.’
‘Uh ja, anders denk ik niet dat ik het ga vinden’, zeg ik. Dan draai ik me om en loop de herberg uit.
De herberg staat aan de rand van een groot plein. Het is een van de twaalf gebouwen die rondom het plein staan. De gebouwen lijken allemaal oud en middeleeuws. Ik kan me weinig meer herinneren, maar ik weet dat het al lang voorbij de middeleeuwen is. Op het midden van het plein staat een groot stenen beeld van een ridder op een paard. Her en der lopen mensen over het plein, allemaal zijn ze, zoals Merina heeft gezegd, onder de achttien. Hun kleding is wel gewoon normaal. Het valt me op dat niemand met elkaar praat, iedereen loopt haastig langs elkaar.
Ik loop langs de houten huisjes en let op de nummerbordjes. Als hier ooit een brand zou ontstaan, zou waarschijnlijk alles afbranden. Ik loop het halve plein af en heb dan door dat alle winkeltjes op dit plein zijn. Ik volg een van de vier zandpaden van het plein af en sla dan linksaf bij de tweede splitsing die ik tegenkom. Hier vind ik nummer twintig. Vanaf daar lopen de huizen in nummer af. Het valt me nu ook op de dat het dorp opgebouwd lijkt uit ringen. Je hebt het plein met daaromheen winkeltjes, dan nog een kring huizen en daaromheen volgens mij nog een twee ringen met huizen. De vier paden zorgen ervoor dat de ringen verbonden zijn met het plein. Wat er buiten de laatste ring is weet ik niet, maar ik beloof mezelf dat ik dat ga uitzoeken.
Dan kom ik bij nummer vijftien. Het huis lijkt bijna identiek op de andere huizen die ik heb gezien. Het enige verschil is dat er een bankje op de houten veranda staat. Dit is mijn huis. Het komt me niet bekend voor, maar ik geloof Merina. Mijn nieuwsgierigheid om te weten wat daarbinnen is groeit en ik stap de veranda op en loop naar de deur. Ik steek mijn sleutel in het slot en er klinkt een zachte klik. Ik duw de deur open en stap het huisje binnen.
Ik kom in een soort huiskamer. Het is zowel een woonkamer als eetkamer en er is een keuken. In de hoek zie ik ook een trap. De kamer is warm en sfeervol ingericht, maar niet heel persoonlijk. Ik zie geen foto’s of andere herinneringen. Ik hang mijn vest aan de kapstok naast de deur waaraan ook twee andere jassen hangen en loop de trap op. Daar is waarschijnlijk een slaapkamer en slaapkamers zijn vaak persoonlijker dan woonkamers.
Boven is er een deur die naar een badkamer leidt en naar een slaapkamer. Voordat ik de slaapkamer binnenga, aarzel ik heel even. Wat staat me achter deze deur te wachten? Wat voor persoon was ik voordat ik mijn geheugen kwijtraakte? Zal deze kamer antwoorden bieden? Ik verwacht een nette kamer te vinden met een bed, een kast en bureau, niets bijzonders, maar met wat foto’s en andere persoonlijke spullen. Maar waar ik binnenkom verbaasd me.
De vloer van de kamer ligt bezaaid met allerlei spullen: papiertjes, pennen, boeken, een omgevallen stoel, de scherven van een bloempot, verderop een plant en wat aarde en een gebroken fotolijstje. Wat was hier gebeurd? Het lijkt alsof er een storm had geraasd hierbinnen. Ik baan me een weg door het puin heen naar het fotolijstje. Het glas is gebarsten, maar ik kan de foto nog steeds zien. Het is een foto van twee lachende meisjes, op de achtergrond is vaag nog een derde persoon te zien. De fout heeft een beetje een gelig gloed, alsof het gemaakt is door een camera met een slechte kwaliteit. Plotseling lijk ik me iets te herinneren. Ik herinner me dat ik een van die meisjes op de foto ben en dat andere meisje was Destiny. Ik probeerde me meer te herinneren over Destiny, maar er kwam niets binnen. Ik keek naar het meisje met het lange zwarte haar en de opvallend heldere blauwe ogen op de foto. Dat moet Destiny zijn, mijn haar was namelijk lichtblond. Ik keek naar mijn eigen gezicht op de foto. Ik herken mezelf er wel in, ik zag er wel uit zoals ik verwacht had. Lang licht honingblond haar met een slag, op de foto in een paardenstaart, een kleine neus en donkerbruine ogen. Op de foto lach ik en ik lijk echt blij, kon ik me maar herinneren wanneer deze foto genomen was.
Ik doorzoek de rest van de kamer en ruim de rommel op, maar kan verder niets vinden. Niets wat herinneringen oproept, niets wat me bekend voorkomt.
Comments (0)
See all