Tiffany lag nog in haar bed toen vroeg in de ochtend een koets met zes paarden luidruchtig over de binnenplaats van het kasteel hobbelde.
De bakker was nog maar net weg met zijn geurende kar vol verse broden en de vogeltjes waren nog maar net begonnen met fluiten toen prins Eugène met hulp van zijn bediende uitstapte. Zijn groene ogen en blonde haren fonkelden in het oranje licht van de morgenzon en zijn wipneus was trots in de lucht gestoken.
***
Eugène was weer in het land. Dat kon maar één ding betekenen. Doffe ellende.
Begrijp het niet verkeerd. Het in de buurt hebben van de prins was op zichzelf niet zo erg, maar de nabijheid van de prins betekende wel dat Tiffany en haar staf extra hun best moesten doen om goed voor de dag te komen. Ze was immers nog niet met de prins getrouwd en de koning en koningin van Supricië stonden erom bekend dat ze torenhoge eisen stelden aan de huwelijkskandidaten van hun kinderen.
“Dames, ècht. Ik kan prima mezelf aankleden,” zeurde Tiffany, tot ze afgekapt werd door een kamermeid die haar korset strak aantrok.
“Excuses, uwe hoogheid,” zei de kamermeid monotoon.
“Oef. Nee, het is toch niet alsof ik adem hoef te halen of zo,” morde ze terwijl haar weelderige haren ruw geborsteld en strak naar achteren gebonden werden. “Óf met mijn ogen knipperen.”
Ella, hofdame en hoofd van Tiffany’s persoonlijke staf, hief Tiffany’s chiquere jurk, voorzien van een grote, kanten kraag, vele strikjes en andere tierelantijntjes, over het hoofd van de prinses. “Armen omhoog, uwe hoogheid.”
Gehoorzaam stak Tiffany haar armen in de lucht, waarna de jurk over haar heen werd gedrapeerd en met een zucht stak ze haar armen door de mouwen waarna haar gezicht direct werd aangevallen door een poederkussen.
“Kunnen we hier niet een klein beetje mee dimmen?” vroeg Tiffany aan Ella, die nog druk bezig was de achterkant van haar jurk dicht te knopen.
“Ik ben bang van niet,” zei Ella. “Net zo goed als het de vorige keer niet kon. En de keer daarvoor. En de keer daarvoor.”
“Ja hoor, ik snap het onderhand wel.”
“Ik begrijp dat u het niet prettig vindt, uwe hoogheid, maar wij hebben strikte orders van de koningin om er voor te zorgen dat u er op uw best uitziet voor uw verloofde.”
“Typisch,” mompelde de prinses. “Eén dag ben je moeder’s perfecte kleine engeltje, de volgende dag moet er van alles gebeuren om je ‘presentabel’ te maken.” Tranen sprongen in haar ogen toen de dienstmeid die met haar haren bezig was ruw haar haarstukje in haar knot vastzette. Het was een monsterlijke haarbal die haar wel een hoofd langer maakte.
De hofdame lachte. “Vroeger of later krijgt ieder meisje hiermee te maken, als u zich daardoor beter voelt. U bent er gewoon wat vroeger bij vanwege uw stand.”
“Eerlijk gezegd betwijfel ik—” probeerde Tiffany voordat ze werd onderbroken door de dienstmeid met de lippenstift.
Ella nam de kans om snel van onderwerp te veranderen. “Wat vindt u eigenlijk van uw nieuwe lijfwacht?” vroeg ze. “Ik heb hem nog niet gesproken, maar hij lijkt me een enige jonge man. Wellicht kunt u een goed woordje bij hem doen voor onze Anna.”
“Wie? Noah? Noah is absoluut geen enige jongeman,” zei de prinses, die vakkundig deed alsof ze beledigd was, voordat ze breed glimlachte om de clou van haar eigen grap en, tot de frustratie van de dienstmeid met de handschoenen, haar handen in haar zij zette. “Noah is namelijk een meisje,” zei ze trots.
“Een meisje?” vroeg Ella verontwaardigd.
“Met dat korte haar?” vroeg de dienstmeid die bezig was met Tiffany’s haren.
“En die broek?” vroeg de dienstmeid met de handschoenen.
“En die tand?” vroeg de dienstmeid met de make up kwast. “Of ja, gebrek aan tand.”
“Jazeker,” zei Tiffany, die nu haar armen over haar borst vouwde.
De dienstmeid met de handschoenen gromde.
“En ze is geweldig. Ze is enorm sterk en ik kan alles tegen haar vertellen en ze leert me nieuwe dingen, zoals zwaa— ik bedoel, schermen en dan mag ik haar weer allerlei nieuwe dingen leren, zoals de betekenissen van alle moeilijke woorden die ik moet leren. Oh. En ze heeft van die prachtige ogen waar je helemaal in kunt verdwalen…” dwaalde de prinses af.
Maar wat ze niet zag, was de blik die Ella uitwisselde met de andere dienstmeiden.
***
Noah had een half uur buiten de deur van prinses Tiffany’s kamer staan wachten voordat ze tegen de muur ging leunen. Haar armen vouwde ze over elkaar heen en haar voet tikte tegen de marmeren vloer, hoewel ze al snel de maat kwijtraakte. Het kon niet lang meer duren.
Een half uur later, was ze op de grond gaan zitten. Haar ellebogen leunden tegen haar knieën, haar gezicht rustte in haar handen en haar gedachten sprintten een marathon.
Waarom hadden de dienstmeiden haar niet binnengelaten? Was ze niet meisjesachtig genoeg? Waren ze niet overtuigd dat Noah eigenlijk wel een meisje was? Of hadden ze haar juist buitengesloten om achter haar rug om over haar te roddelen?
Weer een half uur later ging de deur eindelijk open. Alsof de vloer haar billen brandde schoot ze overeind en groette de dames die de kamer van Tiffany verlieten. Ze gluurde door de open deur naar binnen. De prinses was nergens te bekennen.
Met een spierwit gezicht en het zweet op haar voorhoofd holde ze achter de dames aan en tikte de laatste in de rij op haar schouder.
“Pardon, maar heeft iemand van jullie prinses Tiffany gezien?”
Het meisje draaide zich om en fronste.
“Daar spreek je mee, Noah,” zei ze niet al te geduldig.
Noah’s gezicht kleurde van lijkbleek naar vuurrood.
Tiffany’s huid was vele tinten lichter dan die de dag ervoor geweest was, terwijl haar wangen felrood gekwast waren. En haar haar. Haar háár. Daar kon niets anders dan ‘groot’ over gezegd worden. Het leek wel alsof er een dode marmot op haar hoofd lag. Het enige dat nóg groter was aan haar verschijning, was de hoepelrok die ze droeg en de ergernis die ze uitstraalde.
De prinses gebaarde haar dienstmeiden door te lopen.
“Mijn hemel,” was alles dat Noah uit kon kramen.
“Zeg dat wel,” zei Tiffany met opgehaalde schouders.
In stilte keken de twee elkaar aan. Noah drukte haar lippen stijf op elkaar, al schreeuwde iedere spier in haar gezicht dat ze uit elkaar wilden. Uiteindelijk hield ze het niet meer en barstte in een schaterlach uit.
“Noah, dit is niet grappig!” riep Tiffany, maar ze glimlachte zelf ook met haar keurig gestifte lippen.
Eigenlijk, was het best wel grappig.
“Mijn welgemeende excuses hoogheid,” gniffelde Noah die nog altijd haar lach onder controle probeerde te krijgen. “Mag ik u en uw opgezette marmot naar uw verloofde escorteren?”
“Maar natuurlijk, vrouwe Noah.” Tiffany haakte bij haar in en kroop zo dicht tegen Noah aan als haar petticoats en hoepelrok toestonden.
Het gezicht van de schildknaap was niet alleen meer rood van het lachen.
***
“Ah, Tiffany, daar ben je.” Eugène stond op uit een van de met bloemen geborduurde rookstoelen van de salon en begroette Tiffany met een kus op haar wang.
Noah liet los en bleef achter.
“En jij bent?” vroeg hij met weinig interesse.
De schildknaap maakte een diepe buiging. “Noah, prins Eugène. Ik val in voor heer Lance als lijfwacht van prinses Tiffany,” zei ze toen ze haar rug weer rechtte.
“Hm.” Eugène knikte in wat goedkeuring leek te zijn. “Blond haar, blauwe ogen. Jij komt ook uit Supricië, nietwaar?”
“Jawel, uwe hoogheid. Heer Lance wilde de traditie, om altijd een bediende van dezelfde afkomst als de verloofde nabij de prinses te hebben, in stand houden.”
Eugène knikte weer, ditmaal meer verveeld dan goedkeurend. Hij knipte in zijn vingers en een jongen van hun leeftijd verscheen vrijwel direct aan zijn zijde. Zijn haar was zwart en kroesend, zoals dat van Tiffany en donkerder van huidskleur, zoals Tiffany was onder de vele lagen poeder op haar gezicht.
“Noah, dit is James, mijn persoonlijke bediende. Je zult hem de komende tijd veel zien, dus denk niet dat hij een dreiging voor de prinses vormt.”
Tiffany keek naar hem op. “Hoezo, Gène?”
“Ik verblijf hier tot na het bal volgende week,” vertelde hij haar met een vriendelijke glimlach.
“Het bal?” vroeg Noah.
“Het bal!” riep Tiffany. “Helemaal vergeten!”
“Pardon, uwe hoogheden, maar welk bal?” onderbrak Noah.
“Mijn ouders organiseren een bal op mijn verjaardag. Alle aristocraten uit de wijde omtrek zijn uitgenodigd,” legde Tiffany uit.
“Ah, juist. Ter ere van uw verjaardag.”
“Ter ere van onze verloving,” verbeterde Eugène.
Noah’s blik gleed naar Tiffany af. De prinses wendde haar blik af en deed haar uiterste best niet op haar lippen te bijten.
“Ik, eh, ik moet even weg. Neus poederen en zo,” zei Tiffany met een brok in haar keel. Ze greep Noah’s pols en stormde weg.
Comments (0)
See all