“Is het een beetje wat je verwacht had?” vroeg Tiffany. Buiten was het inmiddels donker en de avond was in volle gang. Ze keek in de weerspiegeling van de ramen, die tot het metershoge plafond van de balzaal kwamen, of haar haarstuk nog op zijn plek zat. Alles zat waar het hoorde. Het was niet alsof ze de afgelopen drie uur wild had gedanst. Nee, in plaats daarvan sprak ze al die tijd met de andere edelen om er zeker van te zijn dat zij het naar hun zin hadden. Tiffany had nog geen drankje of hapje aangeraakt. En, omdat Noah ten allen tijden binnen één meter van haar moest blijven, zij ook niet.
In gedachte tuurde Noah naar het hemelsblauwe plafond, waar schattige schapenwolkjes op waren geschilderd. “Niet helemaal,” zei ze voorzichtig. Alle familieleden van Tiffany die in gouden lijsten aan de muur hingen had ze al aangekeken, maar Tiffany nog niet. “Het is veel… saaier.”
De prinses lachte. “Het is inderdaad heel saai. Maar nu dit klusje geklaard is kunnen we eindelijk iets leuks gaan doen.”
De muzikanten, die de balzaal de hele avond al met muziek vulden, begonnen eindelijk aan een nieuw stuk. Het tempo was hoger, het lied was vrolijk en de fluitist nam de voorgrond op het kleine podium.
“Zoals?”
“Dansen.” Tiffany greep Noah’s hand en trok haar naar de dansvloer.
“Maar, maar! Eu— de prins!”
“Heb ik de hele avond niet gezien,” zei Tiffany. Ze nam Noah’s andere hand, die ze op haar heup legde en legde de hare op Noah’s schouder.
“Maar hoogheid, ik heb geen idee… Ik heb nog nooit eerder gedanst.”
“Nooit?” Tiffany fronste, maar verwisselde al gauw hun handen. Noah’s hand op haar schouder en de hare op Noah’s heup. “Hier, volg mij maar.”
Nu was het Noah die fronste en Tiffany lachte om de huiverige blik in haar ogen. Voordat de schildknaap met een smoesje kon komen, zwaaide de prinses haar al in rondjes over de dansvloer. Boven hun hoofden rinkelde de kristallen aan de kroonluchters, die door de tientallen dansers in beweging kwamen.
“Stap vooruit, schuif bij, stap naar links, schuif bij, stap naar achter, stap rechts over. Zie je? Het is echt makkelijk.”
“Wat als ik op uw voet stap?” vroeg Noah, die boos werd aangekeken door een hertogin waar ze tegenaan was gebotst.
“Niet naar beneden kijken.”
“Maar wat als iemand iets vraagt?” fluisterde Noah in haar oor.
“Dan vertel ik ze dat ik me verveelde. Niets aan gelogen,” mompelde Tiffany terug. “En daarbij is het heel normaal op dit soort feesten als vrouwen niet met hun man of verloofde dansen. Het gaat erom dat je lol hebt.”
“Nadat je eerst uren saai met andere mensen hebt staan praten?”
“Precies, ja.” Tiffany gaf geen kik toen Noah op haar voet ging staan.
“Sorry…”
“Geeft niet,” zei de prinses terwijl ze Noah in een pirouette draaide. “Voor een eerste keer doe je het heel goed.”
“Dank u. Eigenlijk is dit best wel leuk.”
Tiffany giechelde. “Heb ik je nou iets geleerd dat je leuk vindt èn waar je goed in bent? Wie had dat gedacht.”
“Tja, we kunnen ons niet allemaal in één keer een vak meester maken. En ik word toch ridder, dus waar zou ik die moeilijke woorden voor nodig hebben?”
Toen het muziekstuk was afgelopen en de fluitist de laatste noot uitblies, lieten de twee elkaar weer los en maakten een buiging naar elkaar.
“Zo, wat wil jij doen?” vroeg Tiffany.
Noah deed haar mond open om te spreken, maar nog voordat ze een woord kon zeggen, werd ze onderbroken door haar eigen knorrende maag.
“Het buffet dan maar?”
Noah keek Tiffany schuldig aan en knikte. De prinses klopte op haar schouder, waar ze haar hand hield en leidde haar naar de buffettafel onder de schilderijen aan de andere kant van de balzaal. De tafel was gehuld in donkerrood fluweel en stond zo vol met eten dat de randen van sommige schalen over de rand hingen. Tiffany gaf Noah een bordje en een vorkje, maar nam er zelf geen.
“Wilt u niets eten?”
“Nee, dan barst mijn corset straks open. Eet jij maar lekker, dan ga ik even een rondje lopen.”
Noah hief een verwarde wenkbrauw. “Maar, moest ik niet bij u blijven?”
“Ik red me wel hoor, Noah. Alle lege harnassen zijn uitgerust met zwaarden en dankzij jou weet ik hoe ik ze moet gebruiken.”
De lijfwacht knikte, maar was nog niet helemaal overtuigd. Toch kwam ze er al gauw achter dat ze geen ‘nee’ tegen de prinses kon zeggen. “Oké. Als u het zegt.”
“Ik ben terug voordat je het weet.” Tiffany kneep Noah’s schouder nog één keer, voordat ze de balzaal verliet om door de gangen van het kasteel te dolen.
***
De zwart-wit geruite marmeren vloeren spiegelden, zo netjes waren ze opgeboend. Nergens in het hele kasteel was een stofdeeltje te bekennen als er gasten waren.
De gangen waren een oase van rust in vergelijking met de balzaal. Hier hoorde ze alleen het getik van haar schoenen tegen de vloer en het geritsel van haar eigen jurk.
“Doe nou ‘ns rustig, straks hoort iemand ons nog,” hoorde ze iemand in een nis weggedoken zeggen.
“Ach, wie hoort ons nou? Iedereen is binnen aan het feesten.” En het was weer stil.
Maar Tiffany had ze gehoord. En als Tiffany ook maar iets was, was het nieuwsgierig. Voorzichtig sloop ze verder de gang in, naar waar de stemmen vandaan kwamen. Ze hoorde haar hart kloppen in haar oren toen ze eindelijk de moed bij elkaar schraapte om het hoekje om te gluren.
“Eugène?!”
Comments (0)
See all