Callimachus heeft een werkelijk ongelofelijke hoeveelheid teksten geschreven, waarvan vrijwel niks is overgeleverd. Het grootste deel hiervan betreft technisch proza, in kwantiteit was zijn poëzie verreweg in de minderheid. Dit feit lijkt toch een beetje te wringen met zijn poëtische opvattingen over kleine, verfijnde poëzie met een 'slanke Muze'.
Nicanders Theriaca is, zoals ook eerder geschreven, een gedicht over hoe je slangenbeten moet genezen - alleen klopt er niks van, de praktische waarde is vrijwel nihil.
De grap over Apollonius is een beetje een ouderwetsere opvatting. De verfijnde dichters in de Alexandrijnse traditie zetten zich af tegen het traditionele, Homerische epos. Vroeger werd dit geduid als een soort minderwaardigheidscomplex, het idee dat er niet te tippen viel aan Homerus. Tegenwoordig is de algemene opvatting vooral dat een epische dichter als Apollonius juist wilde experimenteren en vernieuwen binnen de kaders van een oud genre.
In Lycophrons Alexandra staan nooit eigennamen maar alleen cryptische omschrijvingen.
Een strip over de avonturen van de Hellenistische dichters in hun pogingen om zo obscuur mogelijke verwijzingen te maken naar uitgestorven dialecten, lokale tradities en vergeten poëzie.
Comments (0)
See all